Recent heeft een kennisgroep van de Belastingdienst een standpunt gepubliceerd over de vaste reiskosten- en thuiswerkvergoeding tijdens ouderschapsverlof. Dit artikel bespreekt de implicaties van deze regels en hoe ze invloed hebben op werknemers die ouderschapsverlof opnemen na geboorteverlof.

Wat is ouderschapsverlof en geboorteverlof?

Ouderschapsverlof en geboorteverlof zijn wettelijke verlofregelingen die werknemers in staat stellen om tijd door te brengen met hun pasgeboren kinderen. Geboorteverlof (ook bekend als vaderschaps- of partnerverlof) biedt partners van pas bevallen vrouwen de mogelijkheid om een aantal dagen vrij te nemen. Ouderschapsverlof geeft beide ouders de mogelijkheid om gedurende een langere periode verlof op te nemen om voor hun kind te zorgen.

Standpunt van de kennisgroep

De kennisgroep van de Belastingdienst heeft onlangs verduidelijkt hoe de vaste reiskosten- en thuiswerkvergoeding moeten worden behandeld wanneer een werknemer ouderschapsverlof opneemt na geboorteverlof. Zij hebben bepaald dat er sprake is van een nieuwe aanleiding binnen het kalenderjaar, tenzij het verlof aaneengesloten is.

Wet- en regelgeving

Volgens de huidige wetgeving zijn vergoedingen van reiskosten in het kader van de dienstbetrekking gericht vrijgesteld. Dit betekent dat deze vergoedingen onder bepaalde voorwaarden belastingvrij kunnen worden uitbetaald. Daarnaast kan een werkgever een onbelaste thuiswerkvergoeding van € 2,35 per thuisgewerkte dag verstrekken, ook voor een deel van een thuiswerkdag.

Voor een werknemer die minimaal 128 dagen per jaar naar een vaste werkplek reist of thuiswerkt, kan een vaste vergoeding worden gegeven die gebaseerd is op maximaal 214 dagen per jaar. Dit wordt de 128-dagenregeling genoemd.

De ‘In de regel’ interpretatie

De kennisgroep heeft het begrip ‘in de regel’ nader gedefinieerd:

  • Een werknemer reist niet meer ‘in de regel’ naar een vaste werkplek als hij meer dan twee maanden niet naar die werkplek reist.
  • Evenzo, een werknemer werkt niet meer ‘in de regel’ thuis als hij meer dan twee maanden niet thuiswerkt.

Deze beoordeling wordt per aanleiding en op kalenderjaarbasis uitgevoerd. Dit betekent dat verschillende aanleidingen zoals verlof, cursussen, en ziekte apart worden bekeken en niet worden opgeteld.

Nieuwe aanleidingen

Als een werknemer ouderschapsverlof opneemt nadat hij (aanvullend) geboorteverlof heeft gehad, wordt dit beschouwd als een nieuwe aanleiding binnen hetzelfde kalenderjaar. Dit kan gevolgen hebben voor de vaste reiskosten- en thuiswerkvergoeding die de werknemer ontvangt. De enige uitzondering is als het verlof aaneengesloten is, zoals bij zwangerschapsverlof dat direct wordt gevolgd door bevallingsverlof.

Praktische implicaties voor werknemers

Het standpunt van de kennisgroep betekent dat elke verlofperiode afzonderlijk wordt bekeken voor de vaststelling van reiskosten- en thuiswerkvergoedingen. Voor werknemers betekent dit dat hun vergoeding kan veranderen afhankelijk van de aard en de duur van hun verlofperiodes. Het is belangrijk voor werknemers om zich bewust te zijn van deze regels om verrassingen te voorkomen.

Conclusie

De regels voor reiskosten- en thuiswerkvergoeding tijdens ouderschapsverlof zijn complex. Elke verlofperiode wordt apart beoordeeld, tenzij het verlof aaneengesloten is. Werkgevers en werknemers moeten deze regels begrijpen en toepassen om juiste vergoedingen te waarborgen. Raadpleeg een belastingadviseur voor specifiek advies.